woensdag 11 juni 2014

Nieuwe bibliotheekwet trendsettend voor cultuurparticipatie?


Een bibliotheek is voor mij nog niet direct een centrum voor kunst en cultuur. Kernfuncties zijn in mijn optiek 'lezen, leren en informeren'. Natuurlijk hoort daar leesbevordering bij, en een programma als de bibliotheek op school waarin gewerkt wordt aan de school als ideale lees- en mediaomgeving. Uit het wetsvoorstel waarover de Tweede Kamer stemde, blijkt de bibliotheek echter de publieke toegangspoort tot informatie, educatie en cultuur. Het laten kennismaken met kunst en cultuur is in deze wet als kernfunctie toegevoegd, ingegeven door reacties van de Raad voor Cultuur, de bibliotheekbranche en betrokken burgers in internetconsultaties.

De bibliotheek is dus veel meer dan alleen uitleenpunt van boeken, zegt Bussemaker, en elke bibliotheekorganisatie moet alle functies vervullen, inclusief die van educatie en cultuur.

Zo logisch is dat voor de bibliotheken nog niet. Tijdens de netwerkbijeenkomst van ProBiblio onlangs over het programma Cultuureducatie met kwaliteit, discussieerden de deelnemers over de vraag of cultuureducatie wel tot de kerntaken van 'de' bibliotheek behoort. Een aantal werkt al samen met kunstencentra, musea en scholen aan projecten, andere (nog) niet. Een van de conclusies was dat bibliotheken een belangrijke rol in het lokale netwerk kunnen spelen vanuit hun ruime ervaring met het basisonderwijs. Als bruggenbouwer zorgen ze dan voor een intensievere samenwerking van scholen met andere culturele instellingen. Bovendien kunnen ze informatie en educatief materiaal ontsluiten en voor scholen en instellingen toegankelijk maken. Als bibliotheken een grotere rol krijgen voor educatie en cultuur, dan is verdergaande professionalisering van hun personeel is een belangrijke voorwaarde.

Vanuit hun wettelijke taken lijkt het stelsel van bibliotheken in het kerende tij van kunst en cultuur nu zo langzamerhand het enige heldere baken. De kracht van het stelsel zit vooral in het sterke netwerk dat de bibliotheken met elkaar vormen. Of zoals minister Bussemaker het op 3 juni in de Kamer zei: 'Op grond van het wetsvoorstel komt er één samenwerkend netwerk, in plaats van 162 stand-alone-organisaties. Dat is beter voor de gebruiker en ook goedkoper voor iedereen.'

Dinsdag nam de Tweede Kamer de bibliotheekwet aan. Was een vergelijkbare wet ook niet zinvol geweest voor het lokale stelsel van voorzieningen voor actieve cultuurparticipatie, zoals muziekscholen, centra voor de kunsten en verenigingen? Het had in een moeite geregeld kunnen worden. Helaas vond de Raad voor Cultuur een specifiek wettelijk kader voor het stelsel van actieve cultuurparticipatie, zoals Vlaanderen dat kent, niet nodig. Voor het stelsel van openbare bibliotheken is het nu, mede dankzij die Raad vanzelfsprekend.

De minister dient de Tweede Kamer een wet voor te leggen voor een voor iedereen toegankelijke openbare lokale voorziening voor actieve cultuurparticipatie. De minister, de provinciebesturen en de gemeentebesturen zijn vanuit het kwaliteits- en toegankelijkheidsbeginsel gezamenlijk verantwoordelijk voor een stelsel van openbare cultuurparticipatievoorzieningen, zoals dat op 10 juni voor bibliotheken in wet is vastgelegd. Laten we verder praten in de groep Cultuureducatie met Kwaliteit op Linkedin.

Piet Hagenaars,
Senior Onderzoek LKCA






Geen opmerkingen:

Een reactie posten